Er moesten 1000 eiken worden gekapt om alleen al de torenspits volledig te herbouwen. De stenen, het hout, het glas en het lood: het werd bewerkt, geleverd en op maat gemaakt door zo’n 1000 ambachtslieden van 250 bedrijven uit heel Frankrijk, van beeldhouwers tot timmerlieden en van grofsmeden tot koperslagers. En dan het grote orgel: op dit moment worden de 8000 pijpen gereinigd en waar nodig opgelapt om straks weer als vanouds te galmen.
Vijf jaar na de verwoestende brand is de Notre-Dame in Parijs zichtbaar uit zijn as aan het verrijzen. De heropbouw en de renovatie zijn bijna klaar.
Op 15 april 2019 sloegen de hele avond vlammen uit de wereldberoemde kathedraal. Televisiekijkers in de hele wereld zagen live hoe de immense torenspits naar ineen stortte. Kort daarna bezocht president Macron de kerk en hij beloofde: we gaan de Notre-Dame in vijf jaar weer helemaal opbouwen. Er was hoongelach en kritiek. Maar de belofte is ingelost.
Terugkijken: de Notre Dame staat in brand:
Renovatie onder tijdsdruk
De torenspits is grotendeels herbouwd en reikt weer tot 96 meter hoogte. Stellages en steigers worden beetje bij beetje weggehaald. Over acht maanden, op 8 december, gaan de deuren weer open voor het publiek.
Het is een mirakel, zeggen sommigen: de bouw van de kathedraal begon in het jaar 1163 en duurde maar liefst 200 jaar. En nu is het kerkgebouw in slechts vijf jaar in oude luister hersteld.
“De Notre-Dame is natuurlijk niet helemaal afgebrand. Een deel van het dak, van de gewelven en van het houtwerk moest herbouwd worden. De stenen muren zijn vrijwel geheel blijven staan. Dus het was te doen binnen vijf jaar”, vertelt architectuurhistoricus Mathieu Lours. Hij is verbonden aan de Universiteit van Cergy-Pontoise en geldt in Frankrijk als een van dé specialisten als het gaat om de bouw van kerken en kathedralen.
“Wat enorm heeft geholpen is dat Macron die deadline van vijf jaar heeft genoemd. Dat zette de renovatie onder tijdsdruk en zorgde ook dat sommige logistieke zaken snel konden worden geregeld, want de president wilde het zo. En niet onbelangrijk: er was genoeg geld.”
Brandende peuk
Meteen al na de brand stroomden de giften binnen. Inmiddels staat de teller op 846 miljoen euro aan donaties, afkomstig van 340.000 personen en instellingen uit 150 landen. Dat is ruim voldoende. De kosten van het herbouwen van de Notre-Dame worden geschat op zo’n 700 miljoen euro. Geld dat over is zal “bij de Notre Dame blijven”, zeggen ingewijden. Het kan gebruikt worden voor extra bouwwerkzaamheden.
Eén van de innovaties in de Notre-Dame is de uitgebreide nieuwe brandinstallatie. Justitie weet nog steeds niet precies wat de oorzaak is geweest van de brand vijf jaar geleden kortsluiting, een brandende peuk: alles kan, maar een herhaling moet hoe dan ook worden voorkomen.
Onder het nieuwe houten dak worden van voor tot achter sprinklerinstallaties aangelegd. Er zijn moderne rook- en brandmelders en warmtecamera’s geïnstalleerd en er worden twee brandwerende muren gebouwd om overslaan van het vuur te voorkomen.
Met speciale installaties wordt ook de luchtkwaliteit 24 uur per dag gemeten. Als er ergens rook of vuur ontstaat, wordt onmiddellijk en automatisch een waternevel verspreid. “Deze zogeheten watermist zorgt ervoor dat de temperatuur in één minuut daalt van 500 à 600 graden tot 100 graden, zonder dat er te veel water op de gewelven komt. Zo wordt het monument zo weinig mogelijk beschadigd door bluswater”, aldus Marc Metzinger van Alternet, één van de bedrijven die het systeem ontwikkelden.
Historicus Mathieu Lours heeft als liefhebber en specialist juist weer meer bewondering voor het vakmanschap waarmee de kathedraal zelf is herbouwd. ,,Wat deze renovatie zo bijzonder maakt is dat alle houten constructies voor het dak en de torenspits precies herbouwd zijn zoals ze eeuwen geleden al waren. Het ziet er niet alleen uit zoals het was, maar ook de gebruikte materialen zijn precies dezelfde als destijds. Dat vind ik mooi. De Notre-Dame die er nu staat is de kathedraal die door de brand verdween èn het is een kathedraal die met de kennis en het vakmanschap van de 21ste eeuw is herbouwd.”