Niets gezien, niets gehoord, niets gedaan, luidt de titel van het onderzoeksrapport naar de werkcultuur binnen de NPO. De titel en de conclusies van de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen (OGCO) liegen er niet om. Grensoverschrijdend gedrag speelt breed bij de landelijke omroep. Signalen hierover zijn niet voldoende professioneel en doortastend opgepakt.
In het onderzoeksrapport wordt ook de werkcultuur bij de NOS expliciet genoemd. De commissie concludeert op basis van de antwoorden in de vragenlijst dat er bij NOS Sport en NOS Nieuws vaker sprake is van grensoverschrijdend gedrag dan bij de rest van de publieke omroep. Ook worden er bij de NOS vaker negatieve ervaringen op de werkvloer gemeld, waaronder een minder goede relatie met leidinggevenden.
Algemeen directeur Gerard Timmer zegt in een reactie de vormen van grensoverschrijdend gedrag te herkennen en te erkennen. “De NOS wil een veilige en sociale werkgever zijn. Maar daar zijn we onvoldoende in geslaagd. Dat is pijnlijk. We moeten hierover intern verder in gesprek.”
‘Loslopend wild, prooi’
Timmer: “Dezelfde problematiek hebben we gezien in onze eigen inventarisatie bij NOS Sport (van begin 2023) en het daaropvolgende externe onafhankelijke cultuuronderzoek dat we bij de hele NOS hebben laten doen. Die lieten zien dat ons werk te doen staat op het gebied van omgangsvormen en leiderschap. De uitkomsten van de commissie-Van Rijn onderstrepen dat.”
Bij NOS Sport zegt 85 procent van de ondervraagden doelwit of getuige te zijn geweest van vormen van pesten, intimidatie, seksisme en discriminatie. Bij NOS Nieuws is dit 84 procent. Veel medewerkers van NOS Sport hebben vormen van seksuele intimidatie meegemaakt of gezien. Vrouwen werden hier gezien als “loslopend wild” en voelden zich een “prooi”, valt te lezen in het rapport.
Suzanne Kunzeler, directeur van BNNVARA, herkent eveneens het beeld dat in het rapport wordt geschetst. “Het gaat natuurlijk ook om ons. Dit is een beeld waarvan ik zeg: dat mag nooit meer gebeuren. Er mag nooit meer een cultuur komen waar grensoverschrijdend gedrag wordt genormaliseerd. Bij De Wereld Draait Door werd het genormaliseerd en was er sprake van falend leiderschap op vele niveaus.”
De misstanden bij het BNNVARA-programma waren mede aanleiding voor het onderzoek naar de werkomstandigheden bij de hele NPO. Medewerkers van het programma spraken van een angstcultuur en extreme woede-uitbarstingen van presentator Matthijs van Nieuwkerk en enkele eindredacteuren.
Van Nieuwkerk heeft nu nogmaals zijn excuus aangeboden voor zijn “aandeel in de werkcultuur achter de schermen”, meldt persbureau ANP. Hij realiseert dat hij als presentator “een voorbeeldfunctie” heeft. Vanaf komend voorjaar presenteert hij een wekelijks programma bij RTL.
Maar niet iedere omroep is te spreken over de uitkomsten van het onderzoek. Zo zet omroep MAX-baas Jan Slagter vraagtekens. “Met name over of het feitelijk allemaal juist is. Ik neem iedereen die zich gemeld heeft serieus, laat ik dat voorop stellen. Ik neem de aanbevelingen serieus. Ze hadden nog een slag moeten slaan door het op feiten te controleren”, aldus Slagter.
De omroepbestuurder vindt dat je met “van horen zeggen” niet ver komt. Slagter: “Als je getuige bent geweest van iets en tien anderen ook, blijft het één incident en zijn het geen elf incidenten. Dat soort zorgvuldigheid, had ik toch ook wel verwacht.”
Voorzitter Thomas Bruning van journalistenvakbond NVJ had juist gehoopt dat de commissie scherpere conclusies had getrokken. “Je kan maar één keer zo’n groot onderzoek doen, dan moet je op zo’n moment heel duidelijk zeggen: ‘Dit is wat er nu moet gebeuren’. Als je dan met vijftien aanbevelingen komt, dan focus je voor ons gevoel niet.”
Plan van aanpak
Demissionair staatssecretaris Gräper verwacht binnen twee weken een plan van aanpak van de NPO en de omroepen. Daarin moeten ze duidelijk maken op welke manier ze gaan zorgen voor een veilige werkomgeving. In een reactie op het onderzoeksrapport zei Gräper dat ze “geschrokken is van de aard, omvang en intensiteit” van het grensoverschrijdende gedrag.
Ze legt de verantwoordelijkheid nadrukkelijk bij de NPO en de omroepen. Die zijn aan zet om de situatie te verbeteren en Gräper zal dat proces nauwlettend in de gaten houden.
“Ik blijf staan voor de publieke omroep. Het bestel neemt niet de verantwoordelijkheid weg van de NPO en de omroepen om als werkgevers voor een veilige werkplek te zorgen. Dat is hier niet goed gegaan.”